Klein leed (2)

Een Eritrese man. Meer dan dertig jaar als asielzoeker naar Nederland gekomen. Al vijfentwintig jaar Nederlander. Vorkheftruckchauffeur, tot hij ziek werd. Hij trouwde in Eritrea een vrouw. Ze kregen vier kinderen. Hij had onvoldoende inkomen om haar over te laten komen. Toen hij de laatste keer op bezoek ging, werd hij op het vliegveld gearresteerd en twee jaar vastgehouden. Hij durfde het niet te melden bij de ambassade uit angst dat het zijn gezin zou treffen. In 2009 kwam hij terug. Sinds die tijd ken ik hem. Een gebroken man, lichamelijk en geestelijk ziek. Voortdurend in zorg over het lot van vrouw en kinderen. We deden een nieuwe poging tot gezinshereniging. De vrouw slaagde voor haar inburgeringsexamen, de legeskosten van 1.250 euro voor de aanvraag werden betaald. De aanvraag werd afgewezen. Niet lang genoeg arbeidsongeschikt, onvoldoende inkomen. Want met een uitkering alleen kun je je gezin niet laten overkomen. De zaak sleepte voort, in bezwaar en beroep. De drie oudste kinderen kwamen naar Nederland, omdat de oudste zoon gevaar liep geronseld te worden voor het leger. Eritrea is in permanente staat van oorlog met Ethiopië, waarvan het land zich afscheidde. Zijn vrouw en jongste dochter bleven achter. De situatie verslechterde. Omdat het Nederlandse paspoort van de dochter moest worden vernieuwd en er in Asmara geen Nederlandse vertegenwoordiging meer was moesten moeder en dochtertje naar Khartoem, Soedan, waar wel een Nederlandse ambassade is. Een risicovolle tocht en een risicovol bestaan in de Soedanese hoofdstad, omdat terugkeer naar Eritrea nog riskanter was. Gelukkig: de rechtbank vernietigde het besluit van de IND. Hoopvol zag de man met zijn drie kinderen uit naar de gezinshereniging met vrouw en jongste dochter. Maar de IND ging in Hoger beroep. Het gezin kon zich immers ook vestigen in Soedan. Stel je voor: een zieke man die daar zou moeten zorgen voor zijn gezin, zonder inkomen. Stel je voor: vijf Nederlandse staatsburgers en één Eritrese die zich ‘best wel’ kunnen vestigen in een voor allen vreemd land. Stel je voor: zes Pinksterchristenen die moeten zien te overleven in een streng islamitisch land. Hoe komt het in het hoofd van een beslisambtenaar op?

Even dachten we: misschien kan een interventie door een Tweede Kamerlid bij staatssecretaris Teeven nog een wending ten goede geven. Joël Voordewind gevraagd. Mis. De zaak ligt nu eenmaal bij de Raad van State. Hoe onmenselijk en hoe wreed wil je het hebben?

 

Cor Ofman