Gedenken is niet gratuit

 

‘Een vrome slag in de lucht’, noemde Matthias Smalbrugge in het dagblad Trouw de herdenking van de bootvluchtelingen die in het zicht van de buitengrens van Europa in de Middellandse Zee zijn verdronken. ‘Je kunt niet rouwen om mensen die je niet kent.’ Nee, een studeerkamergeleerde die zijn handen niet brandt aan de strijd om mensenrechten, omdat hij geen arbeidsmigranten of vluchtelingen kent die met gevaar voor eigen leven een veiliger heenkomen zochten in ons land, kan de rouwadvertentie van de Protestantse Diaconie en het Dekenaat Amsterdam in Trouw voor kennisgeving aannemen en bij het oud papier leggen. Maar voor het Jeannette Noëlhuis, waar ex-asielzoekers worden opgevangen, en voor het Wereldhuis, dat ongedocumenteerde migranten en ex-asielzoekers begeleidt, is ‘Allerheiligen aan de Amstel’ op 2 november inmiddels uitgegroeid tot een traditie, waarbij we stil staan bij de talloze slachtoffers die vallen omdat het Fort Europa de buitengrenzen steeds strikter bewaakt. Ze worden met name genoemd en in een gebed opgedragen aan de Eeuwige ‘bij wie de gedachtenis der namen is’. En aan de oever van de Amstel staan niet de hotemetoten die zich graag bij andere herdenkingen laten zien. De wake wordt bijgewoond door betrokken mensen: vluchtelingen en migranten die het vege lijf hebben weten te redden en mensen die begaan zijn met hun lot. Het is een onjuiste tegenstelling om de kosten voor opvang van vluchtelingen af te zetten tegen de bezuiniging op uitgaven voor onderwijs of gezondheidszorg. Dat is een vorm van goedkope volksmennerij. Misschien hebben kerken meer uit te leggen dan de beperkte vorm van een ‘rouwadvertentie’. Maar Smalbrugge zou dat kunnen weten als hij regelmatig kennis neemt van de inhoud van het blad Diakonia. Juist daarin wordt beschreven hoe kerken in Nederland invulling geven aan barmhartigheid en gerechtigheid voor de meest kwetsbaren.