De kerk slaapt nooit. Gedachten over een Allenachtkerk

Allenachtkerk
Allenachtkerk
Mozes en Aäronkerk
Mozes en Aäronkerk

 

 

‘Die overnacht in veiligheid’

Gedachten over een Nachtkerk

 

Een kerk die ook ’s nachts open is voor wakers en dromers, voor zoekers en bidders. Die bestaat al in Kopenhagen sinds 1999 en is open op donderdag, vrijdag en zaterdag, van 20.00 tot 24.00 uur en bereikt ongeveer 300 mensen per avond. ‘De kerk wil meer van het leven van alledag de kerk inbrengen en de kerk meer naar buiten brengen in het leven van alledag’.[i] ‘Er mag rondgelopen worden, gebeden, gemediteerd, er kunnen gebeden worden geschreven, deze worden om middernacht door vrijwilligers hardop voorgelezen, meegedaan aan de diensten waarin Taizé-liederen een grote rol spelen, kaarsen aangestoken, gezoend en zelfs geslapen. Er is slechts één regel: wat je ook doet, doe het zo stil mogelijk.[ii]

 

Dat moet ook in Amsterdam mogelijk zijn!

Amsterdam is een ‘wereldstad’, waar mensen niet automatisch op vaste tijdstippen naar de kerk komen. Weliswaar zijn er overdag ‘open kerken’, zoals de Nicolaaskerk, de Papegaai, de Begijnhofkapel, de Krijtberg en de Westerkerk. Maar niet iedereen is in staat om overdag een kerk te bezoeken. Voor ‘zoekende zielen’ kan een Nachtkerk, inde vorm zoals die boven beschreven is, een alternatief zijn.

Voor het open houden van de kerk kan een beroep worden gedaan op vrijwilligers, wellicht uit de kring van San Egidio en Taizé-gangers.

 

De ideale locatie

 

Het zal moeten gaan om een toegankelijke kerk in de binnenstad. Voor de hand liggend zou de Mozes- en Aäronkerk zijn die beschikt over een overzichtelijke ruimte en toiletten.

Er kan een soep & brood corner worden ingericht en er is ruimte voor een persoonlijk gesprek.

Het kan tegelijk een pleisterplaats zijn voor daklozen, die welkom zijn, mits ze zich aan de regel (stilte) houden.

 

Wanneer?

 

In principe zou de kerk alle nachten open moeten zijn. Niet, zoals in Kopenhagen tot middernacht, maar de hele nacht door. Een ‘Allenachtkerk’ dus.

 

Cor Ofman

 

 



[i] In Henk de Roest, Een huis voor de ziel, pag. 192

[ii] Henk de Roest, a.w., pag. 173