They are in Holland, they should be safe here

Pleidooi voor een Safe House

 

Het gebeurde midden in de nacht. Een asielzoeker die vanwege een afgewezen procedure het AZC moest verlaten, was naar Amsterdam gekomen en had een paar nachten op straat doorgebracht. Van een landgenoot had hij het adres van de Open Deur gekregen. In een kennismakingsgesprek werd duidelijk dat het ging om een getraumatiseerde asielzoeker. Hij stond onder behandeling bij een gespecialiseerde GGZ instelling in het noorden van het land. Hij had nog een voorraad medicijnen meegekregen. Antipsychotica en antidepressiva. Diagnose PTSS. Het was onverantwoord hem aan de straat over te laten. Hij kon de nacht doorbrengen in een opvang, waar hij genoegen moest nemen met een slaapplek op de grond. ’s Nachts schrok hij schreeuwend en wild maaiend met zijn armen op uit een nachtmerrie. Hij kalmeerde zichzelf in een stoel door, als was het een mantra, een zinnetje te herhalen: I am in Holland, I am safe here.

Veilige plekken zijn schaars voor mensen met ernstig oorlogstrauma. En ze zijn voor de behandeling juist zo nodig, want die kan niet aanslaan zonder een stabiele woonomgeving. Het is een vicieuze cirkel: om aanspraak te kunnen maken op Rijksopvang of gemeentelijke ondersteuning moet er een Artikel 64 procedure lopen, ‘uitstel van vertrek’, en die wordt pas toegekend nadat er een advies is van de arts van het Bureau Medische Advisering (BMA) van de IND. En voordat die advies kan uitbrengen is er een diagnose nodig van een gespecialiseerde instelling voor de behandeling van mensen met PTSS, zoals Centrum 45 of Equator Foundation in de regio Amsterdam en dient de behandeling begonnen te zijn. Voor de behandeling is een stabiele leefomgeving nodig.

Het ASKV, een vluchtelingenorganisatie in Amsterdam, en de Open Deur hebben in 2010 het initiatief genomen voor een Medisch Opvangproject Ongedocumenteerden (MOO), maar met 15 opvangplekken is het MOO dichtgeslibd. Er wachten bij de Open Deur meer dan twintig asielzoekers met PTSS op een plek.

 

Nu de Open Deur op korte termijn wordt gesloten, dreigen zo’n veertig ex-asielzoekers van voorwaardenscheppende basishulp te worden uitgesloten. Er is een Safe House nodig om de opvang en begeleiding te kunnen voortzetten. They are in Holland, they should be safe here.

 

Met horten en stoten komt het verhaal er vaak uit: Ik val op mannen. Daar is niks mis mee in onze samenleving. Dat mag en de rechten van homo’s zijn beschermd. Die rechten zijn er niet in de landen waar ze vandaan komen: Oeganda, Sierra Leone, Senegal, om er drie te noemen. Toevallig komen er drie mannen uit genoemde landen, voor wie de Raad van State aan het Europese Hof de vraag heeft voorgelegd of ze wel terug mogen worden gestuurd naar hun land waar ze die rechten niet hebben en dus niet mogen zijn wie ze zijn. De uitspraak van het Europese Hof kan nog lang op zich laten wachten. Die drie mannen van wie de zaak door de Raad van State bij het Europese Hof is aangekaart mogen de uitkomst in Nederland afwachten. Dat geldt niet voor twintig homoseksuelen die bij de Open Deur hebben aangeklopt. In hun asielprocedure hebben ze onvoldoende aannemelijk kunnen maken dat ze homoseksueel zijn of dat ze in hun eigen land gevaar zouden lopen. Alsof je eerst proefondervindelijk moet aantonen dat dit het geval is?

De Open Deur heeft sinds de jaren zestig van de vorige eeuw tijd en aandacht gehad voor Nederlandse homofielen die hun verhaal kennelijk elders niet kwijt konden. Uitgestoten door hun familie of door de kerk. Er is het verhaal van een Nederlandse homoseksueel uit Eindhoven die twintig verschillende kerken was afgelopen in de hoop op een priester die begrip had voor zijn ‘homofiliteit’. Hij kon zijn verhaal in de Open Deur kwijt. Hij bleek toen ook HIV-positief te zijn. Dat was in kleine kring bekend, want hij kwam koffie drinken in de keuken van het Houten Huys. Toen hij een keer hoestte, deed een aanwezige oudere religieuze snel de koekjestrommel dicht. Stel je voor dat hij daardoor anderen besmette. Over die vooroordelen zijn we inmiddels wel heen, maar niet in de kring van de asielzoekers zelf. Hoewel, zelfs kortgeleden kreeg een HIV-positieve vrouw geen opvang bij de zusters van Moeder Teresa, ‘omdat het beter was haar niet te mengen met de andere vrouwen’.

Nu de Open Deur gesloten wordt dreigen twintig homoseksuele mannen uit Afrika en Latijns Amerika uitgesloten te worden van voorwaardenscheppende basishulp.

Er is een Safe House nodig, noem het een Pink Refuge.

 

In Amsterdam lopen vrouwen en mannen rond die er in geslaagd zijn weg te lopen uit een plek waar ze tegen hun zin werden vastgehouden. Ze waren naar Nederland gelokt onder valse voorwendsels van werk, maar toen puntje bij paaltje kwam bestond het ‘werk’ uit gedwongen prostitutie of drugs dealen. Slachtoffers van mensenhandel, voor wie er wel organisaties zijn die een B9 procedure (mensenhandel) willen opstarten, maar niet direct opvang kunnen bieden. In de regel is er een wachtlijst. De Open Deur ving mensen op door ze, vooruitlopend op een op te starten procedure (aangifte bij de politie, aanmelding bij het COA voor een Rvb regeling) alvast te helpen met geld voor een kamer en eerste levensbehoeften, in de verwachting dat een en ander bij de toekenning van de Rvb regeling, minstens een maand later, wel weer verrekend zou kunnen worden.

Door de sluiting van de Open Deur vervalt die mogelijkheid van voorwaardenscheppende hulp.

 

Drie voorbeelden van het helpen van wie geen helper hebben. Diaconie. Werken van barmhartigheid, zoals die in het evangelie (Matteüs 25) beschreven staan. Diaconie als beeldmerk van kerkelijke presentie. Een zichzelf respecterende maatschappij, laat staan een kerk, kan niet zonder.

Als die ethische notie al niet zou volstaan, dan zou de nuchtere constatering dat het aan de straat overlaten van kwetsbare mensen op termijn een gevaar zal opleveren voor de openbare orde en veiligheid. Opsluiten van ongedocumenteerde kwetsbare mensen in vreemdelingenbewaring is al evenmin gewenst. Niet alleen omdat nogal wat mensen uiteindelijk ‘detentie ongeschikt’ blijken te zijn, maar na een langdurige periode van opsluiting ook niet uitzetbaar blijken en vervolgens weer geklinkerd worden. Vreemdelingenbewaring is misschien een uiting van spierballenpolitiek, maar weinig succesvol als het gaat om resultaatpolitiek. Het kan beter en goedkoper.

De Open Deur ving mensen die uit vreemdelingenbewaring tijdelijk op, om ze wat rust te gunnen boven de straat en om te kijken of er aanknopingspunten waren voor een nieuwe procedure (herhaald asiel) of vrijwillige terugkeer via een collega-instelling Bridge to Better. Dat leidde in het afgelopen half jaar al tot 25 personen die vrijwillig terugkeerden.

Sluiting van de Open Deur betekent dat mensen weer aan de straat worden overgelaten.

Er is een Safe House nodig, noem het een Half Way House.

Is er steun te vinden voor zo’n initiatief?

 

Cor Ofman